LARS OVER WIJN
LARS OVER WIJN
2011
De Huglin Index komt van Pierre Huglin, die deze ontwikkelde in 1978 en uitgebreid presenteerde in zijn boek ‘Biologie et Écologie de la Vigne’ (Payot, 1986). De index gaat uit van temperatuur, met als beginsel dat een wijnplant onder de 10º Celsius niet actief is. Hij kijkt naar de gemiddelde maximale dagtemperatuur (TX) en de gemiddelde dagtemperatuur (TG), en dit gedurende 6 maanden van het groeiseizoen (april t/m september voor het noordelijk halfrond, oktober t/m maart voor het zuidelijk halfrond). Dit doen andere klimaatindices, zoals de Winkler Index, min of meer ook, maar Huglin hield ook rekening met de breedtegraad van het wijnbouwgebied. Dus bouwde hij een correctiefactor (l) in om rekening te houden met de verschillen in daglengte tussen gebieden op 40º tot 50º NB of ZB. Deze varieert van 1,02 tot 1,06 voor liggingen tussen 40º en 50º. De uitkomst van de som koppelde Huglin aan druivenrassen: alle belangrijke druivenrassen kregen een Huglin Index die aangeeft wat de minimale Huglin Index van een wijnbouwgebied moet zijn, wil het bewuste druivenras er rijp kunnen worden. Duidelijker wordt dit alles door de formule van de Huglin Index en nog wat uitleg:
Formule Huglin Index (afbeelding 1):
TG = gemiddelde dagtemperatuur
TX = gemiddelde maximale dagtemperatuur
Voorbeeld ter illustratie:
Trier (Duitsland) in 2009 (afbeelding 2):
Zoals de illustratie helemaal bovenaan aangeeft, wordt riesling rijp vanaf een Huglin Index van minimaal 1600. De 1765 van 2009 (zie afbeelding 2) geeft aan dat het een uitzonderlijk goed jaar was voor Mosel, waarin riesling optimaal rijp werd, met gevaar van overrijpheid. Als je nog extra gegevens erbij neemt, zoals de hoeveelheid neerslag in de maanden augustus, september en oktober (die erg klein was voor Mosel), dan is het goed af te leiden dat men druiven heeft kunnen oogsten die hoge mostgewichten hadden en weinig last hadden van schimmel/rot.
Het berekenen van Huglin Indices is ook interessant met het oog op de toekomst, om te indexeren wat de opwarming van de aarde betekent voor de verspreiding van de druivenrassen. Om dat te illustreren, even terug naar de afbeelding helemaal bovenaan. Die grafiek geeft een aanname van de ontwikkeling van de Huglin Index voor Geisenheim in de Rheingau weer. Met een HI van dik boven 1700 kent dit klassieke rieslinggebied tegenwoordig nauwelijks meer problemen met onrijpheid (tenminste, indien een producent zijn best doet om kwaliteitswijn te maken). Over 20 jaar zal het waarschijnlijk wat te warm zijn voor riesling en lijkt het mogelijk een blauwe druif als merlot rijp te krijgen in de Rheingau. Op zich interessant, maar een Schloss Johannisberg Merlot trocken 2035, dat hoeft van mij niet zo!
De Huglin Index is zeker niet perfect, want niet alle klimaatgegevens worden meegenomen. Een HI zegt niet veel over kwaliteit, maar is een goed berekenbare, grensbepalende klimaatindex, die voor de wijnbouw nog steeds van goede waarde is.
Wie meer wil weten over klimaat in relatie tot wijnbouw, raad ik aan te kijken naar de cursus Bodem & Klimaat van Gerhard Horstink Wijn & Wetenschap: http://www.horstinkwijn.nl/cursussen.html
Huglin Index, klimaat in cijfers
9 september 2011
Zoals degenen die me een beetje kennen weten, houd ik van geologie en ben ik overtuigd van het effect van de bodem op de geur en smaak van wijn. Dat effect valt ook aan te tonen. Maar van alle terroirfactoren, is niet de bodem, maar het klimaat de belangrijkste. Het klimaat stelt grenzen aan de wijnbouw en bepaalt in hoge mate of een druivenras ergens wel of niet rijp kan worden. Om het klimaat van een wijnbouwgebied te indexeren, is de Index van Huglin nog steeds een veel gebruikte berekening.
Tekst: Lars Daniëls MV